Deze norm is algemeen van toepassing op metingen en geeft definities van grondbegrippen met betrekking tot de kwantitatieve beschrijving van de meetnauwkeurigheid, voor zover die samenhangt met de eigelijke meting. Factoren die, voorafgaande aan de eigelijke meting, de meetwaarden kunnen beinvloeden, zoals monsterneming, zijn buiten beschouwing gelaten. Naar behoefde dienen meetmethoden te worden vastgelegd, bijvoorbeeld in normen, en aanvullingen of nadere concretiseringen te worden gegeven. Soms zal het nodig zijn begrippen te definieren zoals meetgevoeligheid en niet-lineaire school. De norm bevat eveneens belichtingen op de begrippen en verdere voorbeelden, hoe de meetonnauwkeurigheid kan worden bepaald.