Deze norm geeft eisen voor de pedalen die worden gebruikt voor de rij- en rembewegingen van gemotoriseerde transportwerktuigen zoals hierna gedefinieerd. Trucks mogen zijn uitgerust met additionele pedalen voor aanvullende functies. De plaatsing van deze pedalen wordt in deze norm niet aangegeven maar zij moeten zodanig worden geplaatst dat zij de bediening van de pedalen die in deze norm worden beschreven niet belemmeren. Deze norm is van toepassing op gemotoriseerde transportwerktuigen, met een zittende bestuurder, met een capaciteit van niet meer dan 10000 kg en op trekkers met een trekkracht aan de trekhaak van minder dan 20000 N. In deze norm wordt onder gemotoriseerde transportwerktuigen verstaan alle voertuigen op wielen, uitgezonderd voertuigen op rails, die bestemd zijn voor het vervoeren, trekken, duwen, heffen of stapelen en het wegzetten in stellingen van lasten van ongeacht welke aard en die worden bediend door een bestuurder op een niet-meestijgende bestuurdersplaats.