NEN NVN 2820 : 95 AMD 1 96

Deze voornorm beschrijft een werkwijze voor de bepaling van de geurdrempel van een stof uit te drukken als concentratie in SI-eenheden, en voor de bepaling van de concentratie van geurstoffen in lucht uit te drukken als een concentratie in geureenheden per volume. De voornorm is van toepassing op de bepaling van geur in binnenlucht, buitenlucht en in uitworpen in het concentratiegebied van tientallen tot enkele miljoenen geureenheden/m3 . De voornorm is ook van toepassing op de bepaling van de geurdrempel in g/m3 van een enkelvoudige stof. De ondergrens en de bovengrens van het concentratiegebied dat kan worden bemeten, worden bepaald door de verdunningen die met de olfactometer en voorverdunningsapparatuur respektievelijk ten minste en ten hoogste kunnen worden bereikt, gecombineerd met de eisen die aan een meting worden gesteld. BEGINSEL. Met een olfactometer wordt een reeks verdunningen van een luchtmonster met geurstof(fen) aan een panel van waarnemers aangeboden. Het panel moet aangeven of er een onderscheid is met geurvrije lucht. Indien er geen verschil wordt waargenomen, moet toch een keuze worden gemaakt. Uit de antwoorden van het panel wordt de geurconcentratie berekend. Het aantal malen dat wordt verdund om een geurdrempel te bereiken, is in getalswaarde gelijk aan de geurconcentratie van het luchtmonster.